Het ruime sop

6 november 2020 - Oost-Vlieland, Nederland

Omdat onze gewaardeerde overheid maant tot voorzichtigheid ten aanzien van het rondwarende corona-virus, hebben we besloten een week te verblijven buiten de levensbedreigende provincie Utrecht. 

In de middag van vrijdag 6 november 2020 rijden we over de Afsluitdijk naar nummer acht van de elf Friese steden. Harlingen dus. We parkeren bij de Tsjerk Hiddes Sluizen en wandelen in tien minuten naar ons hotel, gelegen aan het zwarte water van de Noorderhaven. Ons hotel stond model voor het geboortehuis van Anna Casparii, de fictieve hoofdpersonage in de gelijknamige roman van Theun de Vries. In het sfeervolle café van het hotel drinken we een goed glas bier annex wijn. We zijn de enige gasten, tot er een paar darters hun peilen richten op en in Hotel Anna Casparii.

Zaterdagmorgen wandelen we rustig naar de terminal van Rederij Doeksen, trotse bezitter van een paar veerboten en een monopolie op overtochten naar de waddeneilanden, sinds PvdA-staatssecretaris Mansveld in 2014 de enige concurrent verbood gebruik te maken van aanlegsteigers. Dit was niet haar enige vergissing, dus een paar jaar later werd ze waarnemend burgemeester van Tietsjerksteradeel. Gedurende de oversteek naar Vlieland verblijven we aan dek, om te genieten van de blauwe lucht, de lage zon en de frisse wind. Hoewel de kombuis al sinds 14 oktober is gesloten, ruikt het binnen naar soep en sauzijcenbroodjes. 

De veerboot draait in een grote boog om de Richel, een zandplaat waar vaak zeehonden liggen te zonnen, naar Oost-Vlieland, het leukste en sinds de overstromingen van 1736 ook het enige dorp van het eiland. Lokaal staat Oost-Vlieland bekend als 'het dorp' en Hotel Bruin als 'het hotel'. We monsteren aan in het hotel. Boven de haard in de Kapiteinskamer, een lounge op de begane grond, hangt een grote foto uit 1936 van een jong stel, kort nadat ze zijn getrouwd en dit etablissement hebben gekocht. De van oorsprong Duitse Grethe draagt een eenvoudige jurk en poppenschoentjes voorzien van een witte bies, Dirk heeft een nieuw driedelig kostuum van tweed en een vlinderdas. Lachend stappen ze hand in hand over de klinkers, langs de bomen en stenen huisjes met trap- of klokgevels. De Dorpsstraat is in honderd jaar niet veranderd. Alleen de handkar is verdwenen.

Na een lunch bij Hotel Bruin wandelen we langs de Badweg naar de Noordzeekust van het eiland, waar vanaf restaurant Badhuys om 15:00 uur de Vliehors Expres vertrekt, een omgebouwde vrachtwagen met reusachtige banden, die makkelijk kan rijden over het rulle zand van een desolate zandvlakte die de 'Sahara van het Noorden' wordt genoemd. De achterste banden van de wagen printen dichtregels in het zand. Midden in de Vliehors staat het Drenkelingenhuisje, een kleine hut op palen dat ooit bescherming bood aan schipbreukelingen. In 1953 is het voor het laatst gebruikt voor haar originele functie, tegenwoordig is het vooral juttersmuseum en trouwlocatie. De Vliehors Expres rijdt door naar het uiterste puntje van het eiland, waar we de zon zien ondergaan achter de vuurtoren van Texel. 

Al vier dagen kijkt de hele wereld vrijwel onafgebroken naar de nieuwszenders, vanwege spannende verkiezingen in de Verenigde Staten. Thuis staat de stand 253 - 214 in het TV scherm gebrand en we kennen inmiddels alle districten van Pennsylvania. Vrijdag om 17:31 meldt CNN eindelijk de overwinning van Joe Biden op Donald Trump. In Amerika gaan mensen uitzinnig van vreugde de straat op, alsof ze zijn bevrijd van een bezettingsmacht. In Restaurant Bravoure bestellen we een glas wijn om dat mee te vieren. De serveerster, die lang in de VS heeft gewerkt, vertelt enthousiast het goede nieuws aan haar collega, die in strandjutters-Engels reageert met "But Biden is also not so good." Proost.

Op zondag huren we twee fietsen, uiteraard ook in de Dorpsstraat, en rijden linksom een rondje over het eiland. Het is helder, windstil en een graad of twaalf. Sommige bomen zijn al kaal, maar de meesten hebben nog gele, oranje, rode en bruine bladeren, die worden uitgelicht door de zon. Een groot deel van het eiland is ongerept duinlandschap.

Na het diner lopen we nog even door de donkere Dorpsstraat naar de haven. Daar kijken we een tijdje naar de sterrenhemel en  richting het zwarte wad. In de verte zien we de vuurtoren van Harlingen. Kort-kort-lang. Morgen varen we weer terug.