De bergen van Tadzjikistan

15 september 2023 - Panjakent, Tadzjikistan

Een hypermoderne lichtblauwe trein rolt soepeltjes het station van Buchara binnen. We zakken weg in het zachte pluche en zoeven binnen twee uur naar Samarkand, een rit van een kleine driehonderd kilometer door de groene vallei van de Zeravshan, ooit tien dagen lopen met een karavaan.

De trein van Buchara naar Samarkand

Na een stop in Samarkand worden we weer vroeg opgehaald. We bereiken heelhuids de grens met de Republiek Tadzjikistan, op een uurtje rijden van de stad, ondanks onze chauffeur, die door rood rijdt op een druk kruispunt. Langs de weg kopen we een pond druiven bij een stel baboesjka's. 

Op weg naar de grens met Tadzjikistan

De grensovergang verloopt gemoedelijk en relatief snel. Het meest tijdrovend is de wandeling tussen de vier controleposten. Een moeder en haar zoon tillen een plastic tasje en een paar meloenen; vier mannen sleuren aan een grote houten taptsja die op een aanhangwagentje balanceert. Het gevaarte past maar net tussen de hekken. 

Boven de entree naar Tadzjikistan staat een grote foto waarop de presidenten Rahmon en Mirzijojev van beide landen elkaar de hand schudden. Achter het laatste hek wacht chauffeur Afriddun op ons. In een paar zinnen introduceert hij zijn vaderland. "Welcome to Tadjikistan! We have ten million people living on 140 million square kilometers, of which 93 percent are mountains. It is a muslim country and a democracy." Met dat laatste bedoelt hij dat het land geen theocratie is, zoals Iran en Afghanistan. 

Houten brug in Pandzjikent

We rijden met een grote Toyota RAV4 naar de stad Pendzjikent, waar we even vanaf de oude houten brug omlaag kijken naar het grijze water van de Zeravshan Rivier, die ook door Buchara en Samarkand stroomt, en na een bord plov vervolgen we ons avontuur. Al snel eindigt het asfalt en gaan we verder op steenslag en zand, het Fann Gebergte in.

De zeven meren

We klimmen door een vallei die bekend is van de Haft Kul, oftewel de Zeven Meren. De meren zijn relatief klein, hooguit een paar kilometer lang bij een paarhonderd meter breed, en hebben een prachtige smaragdgroene kleur. Tussen de meren kolkt het wilde water van de Shing.

De snel stromende Shing

De laatste kilometers wordt de weg smaller en de afgrond ernaast steiler en dieper, tot een meter of honderd. Als we hier een tegenligger tegenkomen, moeten we een heel eind achteruit rijden. Na het vierde meer arriveren we bij Jumaboy, een simpele homestay. Afriddun stelt voor om ook naar de laatste drie meren te rijden, maar we blijven liever de middag genieten van de stilte en de bergen die ons omringen. We sluiten vriendschap met de hond van de familie, en gaan een stukje met hem wandelen.

Aan de wandel - de gluurbuur houdt het goed in de gaten

Als we terugkomen, zijn er nog twee gasten aangekomen, Indiase dames op leeftijd. Al snel beginnen ze te klagen over het 'terrible hotel' en dat ze ergens anders willen overnachten. Dat zal niet gaan, want het wordt al donker.

Lunchen op de 'tapchan'

We dineren op een taptchan vlak bij de rivier. Als we onze aardappelen met kebab op hebben, schuift de gids van de klagende dames bij ons aan voor een kopje thee en een stuk meloen. Op zijn mobiel laat hij de foto's zien van zijn overgrootvader, grootvader, vader, vrouw, zonen, dochters, schoonzonen, schoondochters, en een heleboel kleinkinderen. Yvonne kan Russisch met hem praten, en zo nodig vertaalt Afriddun van en naar Tadzjiek. Het is erg gezellig. We liggen erbij als een Sultan en een Prinses, dus vanaf nu worden we zo genoemd door Afriddun.

Tandur oven bij Jumaboy homestay

Ons paleis is vandaag een stenen gebouw, met hier en daar krullend zeil op de grond en een gedeeld toilet dat uit elkaar valt. Verder is het prima. Op één dingetje na: rond drie uur 's nachts beginnen alle lampen in het pand kort te flitsen, in verschillende intervallen, terwijl alle schakelaars uit staan. Het lijkt alsof het onweert. De flitsen in onze kamer zijn zo fel, dat we uiteindelijk maar de lamp aan laten staan en op zoek gaan naar onze ooglapjes.

Enorme kool

Zodra het buiten ook licht wordt, horen we de Indiase dames vertrekken. Als wij na het ontbijt ook willen vertrekken, missen we een schoen van Yvonne. Onze viervoetige vriend ligt er lekker op te knagen, tussen de grote groene kolen in de moestuin.

Deze man heeft een gouden business

Een paar uur later zijn we weer in de bewoonde wereld, in de héél erg bewoonde wereld - op de bazaar van Pendzjikent, om precies te zijn. De markt is een overdekt doolhof, waar vooral lokaal geproduceerd voedsel is te vinden. Vrouwen in fel gekleurde jurken, dito hoofddoeken en gouden tanden staan in de gang met een stapel ronde broden.

Afriddun is behalve chauffeur ook leraar Engels, en voor de lunch heeft hij een collega uitgenodigd die 'militaire vorming' geeft aan jongeren die soldaat willen worden. We lunchen bij Restaurant Dusti, wat vriendschap betekent. We drinken thee en eten qurutob, de machtige broodsalade.

De ruïnes van het oude Pandzjikent

Het kleine maar interessante Rudaki Historisch Museum heeft een leuk overzicht van vier millennia aan geschiedenis. We rijden ook nog even langs de weinig opzienbarende ruïnes van oud-Pendzjikent en een zilverkleurige standbeeld uit de Sovjet-jaren, van een vrouwelijke pilote die in de Grote Vaderlandsche Oorlog heeft meegevochten.

Na het diner - soep met kikkererwten en kebab - eindigen we dag op het dakterras van Hotel Pendzjikent Plaza, waar tig handdoeken hangen te drogen. We kijken naar binnen bij de appartementen in de flat naast het hotel, waar Afriddun woont met vrouw en vier kinderen, en we laten onze blik gaan over het vriendelijke stadje en de bergen om ons heen, die inmiddels donkerpaars kleuren. We gaan slapen, morgen weer een drukke dag...

Foto’s

2 Reacties

  1. Mary:
    16 september 2023
    Wat een bijzondere plaatsen en schitterende foto’s!
  2. Richard F.W. Kessels:
    16 september 2023
    Het blijft fantastisch wat jullie beleven en beschrijven. Wij gaan morgen ook naar Azië 😂😂😂😂😂Thailand Maleisië en Singapore…..,,.. met Djoser😅😅👍