Vooruitgang

5 juli 2020 - Metz, Frankrijk

Op deze plek, een paarhonderd meter onder onze voeten, wonnen de Walen voedsel voor het monster van de eerste Industriële Revolutie. Aan het begin van de negentiende eeuw produceren de mijnen in de provincie Henegouwen meer steenkool dan Frankrijk en Duitsland tezamen. Hoewel de fossiele brandstof veel rijkdom brengt, zijn de mijnwerkers zo arm als de mieren.

Als Vincent van Gogh in een boek leest over de Borinage, waar iedereen in de mijnen werkt, besluit hij direct om het gebied te bezoeken. Hij arriveert in december 1878 met de trein en belandt bij de arme familie Denis in het dorpje Wasmes, op steenkoolworp afstand van de Marcasse mijn. Hij komt hier werken als predikant, maar ook dit keer wordt hij na een paar maanden ontslagen. Volgens zijn werkgever, het Belgische Evangelisatie Comité, mist hij "de gave van het woord" en is hij iets te fanatiek. Wellicht dat zijn kledingkeuze ook niet helpt, want Vincent loopt rond op blote voeten en in een oude kolenzak. 's Avonds tekent hij "mannetjes", zoals de kinderen het noemen, en 's ochtends maakt mevrouw Denis daar de kachel mee aan.

Op weg naar het ossenbloedrode huisje van de familie Denis, rijden we door de voormalige mijndorpen, langs vervallen arbeidershuisjes van baksteen en afbladderende kozijnen. Wie het kan betalen heeft rolluiken. Sinds alle mijnen zijn gesloten heerst hier hoge werkeloosheid. De glasbakken zitten vol.

Hoewel het rode huis vanaf tien uur zou zijn geopend, staan we om half twaalf voor een gesloten deur. Een jongen komt aanlopen en belt naar het telefoonnummer dat op de deur staat. De jonge vrouw die ons moet binnenlaten is naar de Carwash, verzucht hij. "Encroyable!" We hangen een kwartier rond, tot ze komt aangesneld. "Je suis desolé," zegt ze. "Pas de problème," antwoorden wij.

Het rode huis waar Van Gogh woonde in Colfontaine

Na een kort bezoek aan het kleine huisje wandelen we een kilometer naar de ruïne van de Marcasse mijn, die al bijna zeventig jaar gesloten is. Bij de ingang hangt een plaquette voor de slachtoffers van de laatste mijnramp, in 1953. Er staan vooral Italiaanse en Marokkaanse namen op.

Marcasse mijn

We wandelen terug naar Max door de maisvelden en rijden richting Cuesmes, waar Vincent na zijn ontslag ging wonen bij de familie Decrucq. Het pittoreske huisje staat nu in een mooi grasveld, omzoomd door hoge bomen, maar tot in de jaren vijftig lag het nog in stug akkerland. In de verte kon je de kathedraal van Mons zien liggen.

In dit huisje besluit Vincent in 1880 dat hij artiest moet worden, waarna hij zijn laatste tien francs besteedt aan een lange reis naar kunstenaarsdorp Courrières. Als hij na zestig kilometer lopen en meerdere nachten slapen in de buitenlucht eindelijk arriveert bij het atelier van de door hem bewonderde schilder Jules Breton, durft hij niet aan te kloppen. Hij keert terug naar de kleine kamer in Cuesmes, maar niet onverrichter zake.

Huis waar van Gogh woonde in Cuesmes

We verlaten de Borinage, waarschijnlijk voor altijd, en rijden in Zuid-Oostelijke richting naar Metz. Vreemd genoeg heeft de receptioniste van de Camping Municipal nog nooit een daktent gezien. "Ça, c'est une tente?" roept ze verbaasd, "Et vous dormez là, au dessus?" Ik toon een foto van de vorige avond, die ze meteen laat zien aan haar jongere collega.

Het is zaterdagavond in Metz, en weer net zo gezellig als voor de COVID-crisis toesloeg. Het bedienend personeel draagt mondkapjes, meestal onder de neus en vaak ook helemaal op de kin. Op het terras van Bistro Balthazar krijgen we een tafeltje aangeboden op 20 centimeter afstand van een jong stel, dus we regelen een plek met iets meer ruimte. Tijdens het eten hebben we uitzicht op de hoge classissistische woongebouwen met allemaal luiken en gietijzeren balustrades. De muren zijn van 'jaumont', mooi donkergeel zandsteen van de Moezel. Na een zwaar dessert en een limoncello wandelen we in tien minuten terug naar de camping. We kijken nog even naar de zwemmende zwanen op de rivier, dan klimmen we het dak op.

Foto’s

6 Reacties

  1. Edwin:
    6 juli 2020
    Leuk om te lezen!
  2. Bibi en Lenie:
    6 juli 2020
    Haha, jullie zijn dus weer lekker on tour gegaan. Wat een mooie foto's en interessante verhalen.
    Het ziet er prachtig uit. Wij zijn benieuwd naar wat er nog meer voor moois gaat komen.
    Geniet van jullie vakantiereis.
  3. Richard F.W. Kessels:
    6 juli 2020
    Ik kan me nog goed de krantenartikelen uit 1953 herinneren met de grote mijnramp in de Borinage. Veel doden en paniek. Op naar duurzaam!!!!!
  4. 7 juli 2020
    Het is heel bijzonder dat jullie Vincent volgen in Nuenen wordt hij zeer gewaardeerd er is veel te zien waar hij gewoond en gewerkt heeft. Ik vind het gezellig om jullie avontuur te volgen veel plezier
  5. Yvonne en Hidde:
    8 juli 2020
    Ja, klopt! In Nuenen hebben we zo’n twee jaar geleden o.a. het Vincentre bezocht. Dat was één van de redenen om dit reisje te ondernemen. Vandaar ook dat we Nuenen nu niet opnieuw hebben bezocht.
  6. Ad en truus:
    9 juli 2020
    het ziet er allemaal prachtig uit.
    nog veel plezier en natuurlijk mooi weer en een goede terug reis.
    groeten,ad en truus