Peuselhappies

4 april 2018 - Albertinia, Zuid-Afrika

Aan de overkant van ons hotel aan de Touw Rivier, een stukje stroomopwaarts, ligt om tien uur ‘s morgens een tweepersoons kano van Eden Adventures voor ons klaar. We proppen onze spullen in een waterdichte plastic emmer en gaan te water.

De rivier is rimpelloos en zwart, waardoor de dichte jungle op de oever mooi wordt gereflecteerd. Je hoort alleen de peddels in het water, en af en toe een vogel. Waar de rivier te ondiep wordt, leggen we aan en gaan te voet verder over een vlonderpad, tot we een waterval bereiken. We kijken even hoe het water naar beneden klettert. Dan keren we terug zoals we zijn gekomen. Het is ongeveer een half uur lopen en drie kwartier kanoën.

De volgende dag rijden we weer honderd kilometer in de richting van Kaapstad langs de N2, met een kleine omleiding via Mosselbaai. Daar staat op het terrein van het Bartolomeo Dias Museum de vijfhonderd jaar oude Posboom. Zeelieden hingen vroeger een oude schoen met post aan een tak, in de hoop dat hun post zou worden meegenomen door een schip op weg terug naar Europa. Het museum heeft ook een replica van het schip waarmee kapitein Dias in 1488 van Portugal naar Mosselbaai voer. Het is een klein notedopje voor zo’n grote, gevaarlijke reis.

In de Mosselbaai Mall kopen we bij supermarkt Checkers ingrediënten voor guacamole en dorito-chips, in de rij met ‘peuselhappies’. Daarna ga ik naar de kapper. Tondeuse op stand twee, voor slechts 120 ZAR (8 euro).

Een paar uur later zijn we bij de boerderij Zoutpan. Als we verse guacamole hebben opgegeten, bij wijze van late lunch, doen we met de boerin een kleine wandeling rondom de boerderij, die al vijf generaties wordt bestierd door de familie Van Wyk. In de tuin liggen de overgrootouders van de boer begraven. Bij een klein monumentje ter ere van de ‘voortrekkers’ vertelt de boerin vol bewondering over de Afrikaner pioniers die hier in 1838 voorbij kwamen, op zoek naar onafhankelijkheid.

Op de duizenden hectaren van Zoutpan groeit fynbos, een soort riet, dat overal wordt gebruikt als dakbedekking. Een paar landarbeiders oogsten de stengels en binden ze tot lange, dunne schoven. We wandelen naar een ‘fontein’, een natuurlijke bron - nu pas begrijpen we waarom zo veel plaatsnamen hier eindigen op fontein: Bloemfontein, Doornfontein, Braamfontein. Terwijl we door het gras lopen, zien we een zwarte mollenslang van bijna twee meter. Ze zien hier ook regelmatig de giftige pofadder, ringslang en de licht agressieve gele slang.

Helaas is niet goed doorgekomen dat we ook wilden dineren op de boerderij, maar gelukkig kan de boerin nog wel iets voor ons koken. Het wordt bobotie met rijst, groenten en een pompoencake. Gezonde en lekkere peuselhappies.

Foto’s