Levenslust

16 maart 2022 - Punta del Este, Uruguay

Langs de Rio de la Plata rijden we naar de monding van de rivier die de officiële naam gaf aan het land, namelijk República Oriental del Uruguay, oftewel Republiek ten Oosten van de Uruguay. Letterlijk in een uithoek van Uruguay ligt het stadje Carmelo, een schaakbord van lange, lege en stoffige straten. Uitkijkend over het Plaza Indepencia, een vierkant met palmbomen en in het midden een enorme symmetrische pijnboom, lunchen we op het kleine terras van Resto Café 508. Ik verorber een chivito, Uruguayaanse versie van de hamburger. Ze doen hier vlees op de broodjes, dat zouden ze bij de McDonalds ook eens moeten proberen. Kort na de lunch zijn we bij Campotinto, een wijnhuis met een aantal gastenverblijven.

Bodega Campotinto: wijnhuis, restaurant en kleinschalig hotel

De knie van Yvonne is nog niet hersteld, maar gelukkig gaat lopen weer iets beter. Fietsen is ook een optie, dus we rijden een uurtje over onverharde wegen langs de akkers. We zien een paar ranke vogels bij hun typische nestjes, bollen van lichtbruin leem die een beetje lijken op oventjes, vandaar dat deze gevederde vrienden ovenvogels heten. Bij het kleine gebouw met wijnvaten van Campotinto wonen ook een paar steenuilen. 

Kijk 'm zitten

In de kleine schuur laat wijnmaker Juan ons alle wijnen proeven en toont hij de aluminium vaten waarin de wijn van de toekomst borrelt. Hij laat ons proeven van druivensap dat drie dagen heeft gegist, dat smaakt heel zoet, en dan de ongefilterde drank die na twee weken bijna klaar is om in eikenhouten vaten verder te rijpen. Dat begint al aardig op wijn te lijken.

We proberen ook wijn die pas drie dagen heeft gegist

De nationale druif is de tannat, aangezien deze soort goed bestand is tegen hitte en droogte. Door de dikke schil bevat de druif relatief veel tannine, die volgens de wetenschap goed is voor je bloedvaten. Vanwege de heftige smaak moet wijn van tannat wel relatief lang op hout rijpen, wat verklaart dat het niet op grote schaal wordt geproduceerd. Campotinto vult jaarlijks 'slechts' dertigduizend flessen, die bijna allemaal in Uruguay worden geleegd. Begrijpelijk, want ze winnen mooie prijzen. 

Langs de kust

Na twee nachten op de wijngaard rijden we terug naar de bewoonde wereld. We zijn een half etmaal in Carrasco, een chique buitenwijk van de hoofdstad Montevideo, waar grote huizen zijn gebarricadeerd met ijzeren hekken vol scherpe punten, bewakingscamera's en zelfs draden onder stroom. De volgende dag gaan we verder oostwaarts langs de kust, met bestemming Punta del Este, oftewel de Oostkaap, grens tussen de Atlantische Oceaan en de Rio de la Plata, die hier honderd kilometer breed is, hetgeen de benaming 'rivier' wel een beetje vreemd maakt. 

Punta del Este en een parasol

Langs de zonovergoten boulevard van Punta del Este staan hotels, restaurants, casino's en wolkenkrabbers met luxe appartementen. In de jachthaven is plek voor vijfhonderd scheepjes. In de buurt staan ook wat vervallen panden met graffiti. Daar zit ons hotel, een prima plek met een afgesloten parkeerplaats en een zwembadje in de rustige binnentuin. We dineren bij een trendy Italiaan, met uitzicht op de jachthaven. Je merkt dat de zomer hier voorbij is, het is overal vrij rustig. 

Museum (en hotel) Casa Pueblo, gebouw door kunstenaar Carlos Viláro

Even buiten Punta del Este is een museum ter nagedachtenis aan de kunstenaar Carlos Páez Viláro, wereldberoemd in Uruguay. Zijn vrolijk gekleurde zonnetjes en katten doen sterk denken aan het werk van generatiegenoot Corneille. Behalve kunstenaar was Viláro vooral avonturier. Hij woonde vrijwillig in de sloppenwijken van Buenos Aires. Hij verbleef lange tijd in donker Afrika, in een tijd dat overal heftige revoluties uitbraken. Hij ging op de foto met allerlei andere avonturiers, van Pablo Picasso tot Ché Guevarra. Hij sjanste met Brigitte Bardot. Hij had een atelier in New York, Tahiti en Kameroen. Hij voer de wereld rond met een grote zeilboot, die schipbreuk leed. Hij kocht een nieuwe boot en werd belaagd door zeerovers. Hij zocht naar zijn zoon die was neergestort in de Andes. En... hij bouwde samen met 'vrienden en vissers' zijn Casa Pueblo, hier in Punta del Este, naar eigen zeggen 'een sculptuur om in te wonen', gebaseerd op de nestjes van de ovenvogels die al eerder kwamen voorbijvliegen. 

Diep in de bewoonbare sculptuur bekijken we een mooie korte film over het leven van Viláro, voorzien van zijn eigen poëtische commentaar. Wat een levenslust! We krijgen er zin van om op reis te gaan ; )

Foto’s