Kathedraak

Bij een winkeltje met kinderspeelgoed zie ik de afbeelding van een ridder op een steigerend paard in de mezquita (moskee) van Córdoba. Dat is één van de kruisvaarders die in de dertiende eeuw de moren versloegen.

Lang geleden vroeg de stad Córdoba toestemming aan de Spaanse koning om een paar héél kleine aanpassinkjes te doen aan de moskee, die sinds de reconquista (herovering) werd gebruikt door de katholieke kerk. Toen de koning het resultaat zag, schijnt hij te hebben geroepen dat ze een uniek stuk erfgoed hadden verkloot. Als de koninklijke hoogheid dat heeft gezegd, dan was daar geen woord Spaans bij.

De moskee bestond voor de verbouwing vooral uit een gigantisch plat dak, dat werd gedragen door honderden pilaren. De katholieken hebben midden in dat dak een groot gat gehakt en daarin een kathedraal gezet. Daarnaast plakten ze op de muren neo-klassieke ornamenten en smeerden ze over de houten plafonds kruisgewelven, als een gotische witte schimmel die alles overwoekert. Desondanks staat er nog steeds een magistrale moskee.

Dat laatste geldt zeker niet voor de oude moskee van Sevilla, die grotendeels is afgebroken ten gunste van een draak van een kathedraal, oftewel een kathedraak. Het gevaarte heeft een volume van een half miljoen kubieke meter, vergelijkbaar met de Johan Cruijff Arena, die tot aan de veertig meter hoge nok is versierd met buitensporige barok. Dat zijn véél gouden engeltjes.

In de kathedraak van Sevilla staat een eveneens rijk versierde sarcofaag voor Cristóbal Colón, alias Columbus. Zijn kist wordt gedragen door vier standbeelden van forse mannen. Best grappig, als je bedenkt dat er ongeveer tweehonderd gram aan stoffelijk overschot in ligt. Al bijna twintig jaar loopt een groot DNA-onderzoek om vast te stellen of dit resten zijn van Columbus, wat inmiddels is bevestigd, en of hij inderdaad uit Genua kwam, of misschien toch uit Spanje of Portugal. De resultaten zouden deze maand worden bekendgemaakt via een documentaire van de Spaanse zender RTVE. Spannend...

Aan de andere kant van het oude Plaza del Triunfo ligt het Alcázar van Sevilla, bestaande uit meerdere paleizen van na de reconquista. Ondanks zes eeuwen aan stijlen - moors, romaans, gotisch, renaissancistisch en barok - is het een harmonieus geheel gebleven. De tuinen zijn ook prachtig, vooral dankzij twintig meter hoge palmbomen. Yvonne sluipt achter pauwen aan voor een foto.

We wandelen langs de tweehonderd jaar oude tabaksfabriek, waar destijds zigeunerinnen te werk werden gesteld. Rechts staat de bedrijfsgevangenis, voor vrouwen die tabak probeerden te stelen. Een beroemde opera gaat over één zo'n zigeunerin, met de naam Carmen.

Op zondag zijn alle Sevillianen buiten. Ter ere van de marathon rennen kleine kinderen een wedstrijd over het Plaza de España. Bij de trappen van het expositiegebouw uit 1929 dansen een paar gitana (zigeuners) de flamenco. Twee mannen klappen, één zingt en één speelt gitaar, terwijl afwisselend een jonge man en een vrouw dansen. Als ze dansen, kijken ze geconcentreerd in de verte, in een soort trance, met het hoofd trots omhoog. Ze bewegen met de gratie en energie van een tropische vogel. Het kleine publiek klapt en roept. Fantastisch om mee te maken.

Maandag verlaten we Spanje, na een mooie tocht van drie weken. Op naar Portugal!