Pretpark onder de grond

20 september 2021 - Satu Mare, Roemenië

Tijdens de hittegolf op het Griekse schiereiland Pilion viel een bidsprinkhaan op onze kaart van Oost-Europa, waarna zij met haar linker pootje een stad aanwees. Zes weken later hebben we deze aanwijzing opgevolgd. We zijn in Alba Iulia.

Bidsprinkhaan adviseert Roemenië

Het hart van Alba Iulia is de stervormige citadel. Voor de wisseling van de wacht paraderen elke dag rond het middaguur gekostumeerde soldaten met paarden, vlaggen en trommels langs de Hal van de Unie. Hier besloten Roemeense leiders aan het einde van WO I dat Transsylvanië niet langer onderdeel zou zijn van het Koninkrijk Hongarije maar van het Koninkrijk Roemenië. Al snel daarna begon in Transsylvanië de zogenaamde 'roemenisering', een agressief beleid om Hongaarse invloeden te laten verdwijnen.

Citadel Alba Iulia

Rond acht uur 's ochtends vertrekken we van Matia Resort, een kleine villa net buiten de muren van de citadel, zodat we vroeg bij de zoutmijn van Turda zijn. Na een trap, een gang en een lift sta je in een vijftig meter hoge ondergrondse zoutkoepel waar je kunt biljarten, bowlen, tafeltennissen en een ritje maken met een reuzenrad. Als je nóg een lift neemt, kom je bij een gitzwart meertje van tachtig meter doorsnee, met in het midden een klein verlicht eiland van ronde houten vlonders. Hier kun je op 120 meter diepte peddelen in een roeiboot. De mooie esoterische muziek en de belichting maken het een bijzondere ervaring.

Je kunt ook een bootje huren op 120 meter onder de grond

Na ruim een uur staan we weer buiten. Het is lekker weer, dus we besluiten te overnachten bij Camping De Oude Walnoot, een paar kilometer verderop. Vandaag moeten we weer een keuze maken. Gaan we eerst naar de fraai beschilderde kloosters van Bukovina in het noord-oosten, of gaan we rechtstreeks naar het noord-westen?

Als we vlak bij de camping zijn, springt er ineens een bidsprinkhaan in het rechter raam van Max. Ze begint druk met haar voorpoten te gebaren. Die kant op! Ze wijst naar het noord-westen. Dank voor de hulp, juffrouw sprinkhaan.

Camping De Oude Walnoot

Op de camping doen we de was, kraken verse walnoten en kletsen met een Duits stel dat ook een jaar vrij heeft genomen. Ondertussen brengt de dame van de camping een ijsje en zelf gestookte palinka.

Centrum Cluj-Napoca

Het is een regenachtige rit van veertig kilometer naar Cluj Napoca, de tweede stad van het land. Zodra we zijn ingekwartierd in Vila Vidalis, dwalen we door de grote Botanische Tuinen. In het Nationaal Museum voor de Kunsten bewonderen we vooral het werk van Nicolae Grigorescu. We drinken wat bij de hippe Che Guevara Social Pub en dineren onder de Gotische gewelven van Restaurant Via.

Onderweg

Ten noorden van Cluj Napoca vinden we beboste bergen en vredige valleien, nog overwegend groen met hier en daar al voorzichtige herfstkleuren, die mooi afsteken tegen de enorme witte cumuluswolken. Verspreid in het land boerderijen en hooibergen met een stok, zoals op de reeks schilderijen van Monet. In een klein dorp met vervallen houten huizen zien we Roma kinderen, op blote voetjes en in kleren die lang geleden nog niet grijs waren. Een vrouw met verward ravenzwart haar en een hangende sigaret in haar mond loopt langs de weg met een dode kat over haar arm. Deze wereld heeft de schoonheid en de wreedheid uit de sprookjes van de gebroeders Grimm.

Camping Noroc

We zijn aangekomen in het district Maramureş, aan de grens met Oekraïne, in het dorpje Săcălăseni. Camping Noroc bestaat uit een paar kleine grasvelden met een lieve aanloopkater, drie ezels, een paar schapen en wat kippen. De kater heeft nog geen naam en o-pootjes, dus we noemen hem Carl (uit te spreken als 'sjarrel') naar de opa van Yvonne. We schuilen voor de regen in de honderd jaar oude blokhut die de van origine Franse eigenaar Pierre heeft laten verplaatsen naar de camping. Veel traditionele houten bouwwerken in de regio worden helaas vervangen door lelijke stenen huizen met felrode daken van stalen platen, omdat de prijs van hout fors is gestegen. Illegale houtkap is hier ook aan de orde van de dag.

Kerk in typische Maramures stijl

De vrouw van Pierre belt even met de sleutelbewaardster van de traditionele kerk in het dorp. Als we buiten op haar staan te wachten, horen we een specht kloppen in de kerktoren. Binnen hangt de bijzondere geur van eeuwenoud eikenhout, wierook en dikke vloerkleden. Dankzij een mix van Spaans, Frans en Engels kunnen we aardig communiceren met de vriendelijke vrouw. In de onverlichte ruimte ontwaren we ternauwernood de vervaagde muurschilderingen.

Mist in de Karpaten

Op zondagochtend slingert Max door de mistige Karpaten. In het gehucht Deseşti willen we de door Unesco gelauwerde Sint Parascheva Kerk bezoeken, dus we stoppen bij een houten kerk langs de weg. Een stokoude in Zondags zwart geklede vrouw loopt met ons mee, terwijl ze energiek tegen ons blijft praten in het Roemeens. Ik praat maar in Nederlands terug. Ze wijst met een knokige vinger naar de weg waar we vandaan komen, waardoor we de indruk krijgen dat we bij de verkeerde kerk zijn. Tien minuten later staan we bij de juiste kerk, waar de mis nog in volle gang is - dat kan hier wel drie uur duren. We gluren snel naar binnen en zien een schitterend tafereel. De ruimte lijkt sprekend op de donkere kerk die we gisteren bezochten, maar nu zien we in kaarslicht een Orthodoxe priester met een wit met goud gewaad, omringd door vrome gelovigen.

'Begraafplaats van de armen' - massagraf voor slachtoffers vh communisme

In de grensplaats Sighetu Marmației, ooit een bolwerk van de beruchte veiligheidsdienst Securitate, rijden we langs de Cimitirul Săracilor, de Begraafplaats van de Armen, onder het communisme een anoniem massagraf voor tegenstanders van het systeem en nu een herdenkingsmonument. We lopen samen met een hondje over het terrein.

Dit is een vrolijker begraafplaats, de 'merry cemetary' in Sapanta met zo'n 1200 zerken

Om onszelf op te beuren gaan we naar... nóg een begraafplaats - een plek die al een tijd op ons wensenlijstje staat. Het is de Cimitirul Vesel, de Vrolijke Begraafplaats, in het dorpje Săpânţa. Al bijna honderd jaar maakt een lokale ambachtsman identieke houten grafzerken voor dorpgenoten die zijn heengegaan. De kruizen hebben allemaal een blauwe kleur, een afbeelding over het leven en vaak ook de dood van de overledene, plus een korte, poëtische tekst. Op de begraafplaats zien we Roemenen smakelijk lachen om de teksten, die vaak humoristisch en altijd genadeloos eerlijk zijn, maar op een liefdevolle manier. Het contrast met de Begraafplaats van de Armen kan niet groter zijn.

Als we Săpânţa willen verlaten, komen we langs het geboortehuis van de in 1977 overleden zerkenmaker Stan Pătraş, waar nu zijn opvolger een werkplaats heeft. Diens dochter leidt ons rond en legt uit dat nooit iemand aanstoot nam aan de rake teksten, omdat in een klein dorp als Săpânţa iedereen de waarheid toch al weet. Eén van onze favorieten: "Ioan Toaderu hield veel van paarden. Maar, zegt hij vanuit het graf, er was nóg iets waarvan ik veel hield, en dat was om in een bar aan een tafel te zitten, naast de vrouw van iemand anders."

We rijden naar de stad Satu Mare, op tien kilometer van de Hongaarse grens die we morgen gaan oversteken. We zijn een beetje weemoedig dat dit (voorlopig) onze laatste dag was in Roemenië. Het is een heel bijzonder land...

Foto’s

4 Reacties

  1. Belinda:
    20 september 2021
    Wat een mooie bijzondere reis maken jullie. Een humoristische graftekst, nagedachtenis tekst zou ik ook prefereren.
  2. Mary:
    20 september 2021
    Wat een bijzondere ervaringen weer, zo mooi omschreven en prachtige foto’s! 😘
  3. Richard F.W. Kessels:
    20 september 2021
    Wanneer komt er een uitgave van jullie blogs met al die ongebruikelijk plekken en gebeurtenissen?
  4. Kees:
    20 september 2021
    Wat maken jullie ontzettend veel mooie dingen mee.
    De verhalen en de mooie foto's is een genot om te mogen ontvangen.
    Geniet van de vakantie dan doen wij dat ook.