El Centro

2 februari 2019 - Medellín, Colombia

Medellín, stad van de eeuwige lente, omdat het er altijd prettig weer is. We gaan op stap met Natalie, studente antropologie annex stadsgids. Eerst lopen we weer door Calle 10, de grote straatweg waar vrij veel daklozen rondhangen. Vanwege de crisis in het buurland leven hier nu veel Venezolanen op straat. Tot voor kort kon iedereen gewoon de grens oversteken en hier komen wonen, maar inmiddels zijn er anderhalf miljoen vluchtelingen in Colombia dus de eisen worden aangescherpt. Je hebt nu zelfs een paspoort nodig.

De trots van Medellín is de bovengrondse sneltram, hier Metro genoemd, die in 1995 op de rails is gezet. In combinatie met het heengaan van Pablo Escobar, in 1993, werd de Metro een symbool voor een betere toekomst van de stad. De metro is schoon en snel. In een paar minuten rijden we naar halte Alpujarra, in het centrum van de stad. Via het oude treinstation, dat voor onbepaalde tijd is gesloten, lopen we via de Calle Colombia langs grote regeringsgebouwen. Hier staat een mooi sculptuur ter ere van Guillermo Gaviria Corrio en Gilberto Echeverri Mejía, twee populaire politici die in 2002 door de FARC werden ontvoerd, nota bene tijdens een mars voor vrede. Ongeveer een jaar daarna werden ze vermoord.

Sinds het vredesverdrag in 2016 houdt de FARC zich rustig, in ruil voor volledige amnestie voor alle misdaden die in het verleden zijn gepleegd. Onze eigen Tanja Nijmeijer heeft weer plannen om voor de klas te gaan staan. Ik had liever gezien dat haar zelf een lesje was geleerd; nul-komma-nul gerechtigheid is een hoge prijs voor vrede.

De kersverse president Duque is weer een hardliner, in de lijn van ex-president Uribe. Sommigen noemen hem een marionet van Uribe, waaronder Duque zelf, dus dat is wel een aanwijzing. Hij heeft de onderhandelingen met de ELN aangehouden tot zij het geweld stoppen, maar dat is een paar weken geleden beantwoord met een aanslag op een politiebureau in Bogotá. Volgens de kaartjes op internet zit de ELN ook nog steeds in Medellín. Onze gids Natalie heeft zelf nog nooit iets gemerkt van de terroristen, maar dat kun je helaas niet zeggen van de mensen op het platteland. Colombia heeft op Soedan na de meeste binnenlandse vluchtelingen ter wereld.

Tot de jaren zestig was op het Plaza Cisneros een markt voor de boeren die met de trein naar de stad kwamen, nu staat er een kunstwerk van driehonderd twintig meter hoge pilaren die ‘s avonds licht geven. Het moesten eigenlijk 360 pilaren worden, maar dat aantal is om budgettaire redenen niet behaald. Tussen de pilaren, die als injectienaalden in de lucht prikken, scharrelen de junkies rond. ‘s Avonds moet je hier niet zijn.

Hoewel de stad al vier eeuwen oud is, vinden we Medellín geen bijzonder fraaie stad. Een handvol gebouwen is meer dan een eeuw oud, en de betonblokken uit de jaren zestig domineren.

Door de gezellige winkelstraat Avenida Carabobo lopen we richting Plaza Botéro. Vanaf een verhoogd terras op het plein hebben we mooi zicht op de 23 sculpturen van Botéro en de enorme variëteit aan Medellineros. Veel mensen poseren met de sculpturen, vooral de antiek-Griekse soldaat met helm en kleine pielemuis is populair. Er wordt veel gelachen.

Met de metro is het zes haltes van Parque Berrio naar Acevedo, waar we overstappen op de téleferico (kabelbaan) naar Santo Domingo, barrio nummer één. Het is een doe-het-zelf wijk, ooit ontstaan uit een sloppenwijk. Jarenlang was dit het koninkrijk van Pablo Escobar, waar hij op handen werd gedragen door de straatarme bevolking, die af en toe wat pesos mochten oprapen die uit de trucks vol geld waren gedwarreld. De situatie in deze buurt is sterk verbeterd dankzij de metro en vooral de kabelbaan. Dat scheelt een uur langs de berghelling klauteren, van en naar de bushalte.

Natalie stelt ons voor aan Carlos, een lokale jongen die later ook gids wil worden. In zijn beste Engels vertelt hij hoe veel karretjes er aan de kabelbaan hangen en hoe veel de nieuwe bibliotheek heeft gekost. Een stukje verderop staan drie jongens, gekleed volgens de laatste gangsta mode uit Los Angeles.

Carlos poseert nog even voor een muurschildering die van hem is gemaakt. Hij heeft een T-shirt aan met een afbeelding van een oude vrouw. Dat blijkt zijn oma te zijn, die in december is overleden. Hij moet even slikken als hij dat vertelt. We maken nog een paar foto’s van het uitzicht over de stad en gaan dan weer terug naar El Poblado.

Foto’s

1 Reactie

  1. Edwin:
    3 februari 2019
    Wat een hoop weetjes altijd in de verhalen.
    Leuk en interssant om te lezen.
    Jammer dat de stad wat tegen viel.
    Je zou idd verwachten dat je in een 4 eeuwen oude stad veel moois kan zien..