Sunshine State

23 maart 2022 - Key West, Florida, Verenigde Staten

American Airlines vliegt ons naar Miami, Florida. We zitten opgevouwen op stoelen 28 A en B, weliswaar aan een raampje, maar dat is de hele vlucht automatisch geblindeerd omdat de stewardessen willen dat we slapen. Onze benen komen weer enigszins tot leven als we een uur staan te wachten voor de Amerikaanse douane. Gelukkig laten ze ons het beloofde land weer in.

De luchthaven van Montevideo is uitgestorven

Yvonne wil bij de desk van autoverhuurder Alamo even op een ladenblok gaan zitten, omdat we lang moeten wachten en er geen stoelen zijn, maar ze wordt door een medewerkster weggestuurd vanwege 'liability risks'. Haar manager is bang dat iemand van het kastje valt en dan een rechtszaak begint. Mensen kunnen ook expres op de grond vallen, legt ze uit. We kijken haar aan. Ze meent het. 

We hebben een grote Toyota Corolla XT, dat is wat anders dan de Fiat Uno waar nét twee rugzakken in de kofferbak pasten. De snelwegen hebben vijf banen in elke richting, en we worden links en rechts ingehaald door pick-up trucks waarvan de motorkap hoger is dan het dak van onze auto. Op één van de grote billboards langs de weg staat het hoofd van een man die er uitziet als een vampier. 'Injured? Call the agressive attorneys.' 

Bij het Best Western Hotel in de buurt van Miami kunnen we nog niet inchecken, maar we mogen wel ontbijten. Ook dit is een feest van herkenning: de ontbijtruimte is ingericht als een bank-filiaal uit de jaren vijftig en heeft de vertrouwde geur van vochtig tapijt en airconditioning. Overal waar je kijkt, hangt een televisie. Bij Fox & Friends praten ze met Newt Gingrich over World Down Syndrome Day, op het Weather Channel waarschuwt iemand voor tornado's en op een lokale zender zien we een jongen die alle ski-liften van de VS wil bezoeken. Het ontbijt bestaat uit slappe koffie, bleke bagels en supersized croissants die smaken naar oude witte kadetjes. Je kunt ook zelf wafels bakken, dat is leuk om te doen en ze smaken goed. 

Terug naar Miami via Highway number 1

Als we min of meer zijn hersteld van de nachtelijke vlucht verlaten we de regio Miami. We rijden de US 1 helemaal af. Eerst naar het puntje van het vasteland, dan 180 kilometer de truquoise zee in over een weg die lijkt op een lange brug, slechts onderbroken door de vele eilanden van de Florida Keys, tot we in Key West zijn. Hier stopt de weg. 

Key West heeft nog altijd de uitbundige sfeer van een Caraïbisch eiland. Het ligt dichter bij Havana dan Miami, en dankzij de Cubaanse invloed is iedereen hier tweetalig. Rond 1900 was het de grootste en rijkste stad van Florida, waardoor het centrum vol staat met koloniale villa's uit die tijd. Een van de mooiste exemplaren is het voormalige woonhuis van de schrijver Ernest Hemingway, die hier als dertiger woonde, in de jaren dertig. In en om het huis liggen de katachtige erfgenamen van de schrijver, inmiddels zestig exemplaren, waarvan een groot aantal een paar teentjes te veel heeft, net als de maincoon Snowball die het baasje ooit kreeg van een scheepskapitein. In de tuin zien we het zwembad dat zijn tweede vrouw voor al hun spaargeld liet aanleggen op de plek van zijn geliefde boxring, nadat manlief zich weer eens in een oorlog en op een nieuwe vrouwspersoon had gestort. Toen hij terugkeerde van zijn avontuurtjes, schijnt hij zijn laatste rooie cent bij het zwembad in nat cement te hebben gedrukt. Die cent zit er nog steeds. 

Afstammeling van Hemingway's kat Snowball met 6 teentjes

Over centen gesproken: Yvonne heeft lang gezocht naar een betaalbaar hotel in Key West. Ze vindt een op het eerste oog gunstig geprijsd hotel, waarbij je in deze regio moet denken aan een slordige driehonderd euro, maar bij nadere inspectie blijkt dat er een paar kleine vergoedinkjes bij komen: 6 euro toerismebelasting, 17 euro toeslag waterverbruik, 21 euro resort toeslag, 28 euro bestemmingstoeslag, 39 euro belasting, 56 euro servicekosten en uiteraard 114 euro schoonmaakkosten. Daarmee komen we op een totaalbedrag van - even rekenen - 591 euro. Voor één overnachting. Uiteindelijk komen we terecht bij Wicker Guesthouse. In een gehorige kamer van drie bij vier meter staat een klein doorgezakt bed. Maar wat kun je verwachten, voor maar 320 euro per nacht? 

Sundowner

De meeste mensen komen overigens niet naar Key West om te slapen, want het staat bekend om het wilde uitgaansleven. Het stadje is vrijgevochten, mogelijk een beetje losgeslagen. Als we om zes uur op zoek gaan naar een restaurant, is een substantieel deel van de toeristen al bezopen. We rijden met onze huurfietsies door de legendarische Duval Street, langs café's, sex shops en souvenirwinkels. Er hangen T-shirts met sterke teksten als 'I don't get drunk, I get awesome'. Aan het einde van de straat zit Sloppy Joe's, waar Hemingway meer dan eens awesome naar buiten rolde. 

Bij het ontbijtbuffet zien we een klein gezelschap van Belgen en Amerikanen. Een mevrouw pakt een muffin en vraagt haar man wat 'kaneel' ook alweer is in het Engels. Terug aan tafel vertelt ze enthousiast dat ze dol is op semen. Een Amerikaanse proest bijna een slok koffie over de muffin, en legt dan uit wat het verschil is tussen cinnamon en semen

Het meest zuidelijke punt van continental US

We fietsen nog één keer door Duval Street, waar na een doldwaze nacht geen kip op straat is - wacht, toch wel! Een kip loopt samen met een haan over het zebrapad. We geven ze voorrang en slaan af richting begraafplaats. Een van de graven is van hypochonder Pearl Roberts. "I told you I was sick," staat er. Briljant. We fietsen ook langs een stuk beton in de vorm van een boei, vrolijk geverfd en voorzien van de tekst Southernmost Point Continental USA. Hier stopt de weg naar het zuiden, maar begint de weg naar het noorden. We keren weer om.

Foto’s